top of page

Postdoc onderzoeker Kirsten Berk over vasten

Marlies Dekkers van De Nieuwe Wereld in gesprek met onderzoeker en diëtiste Kirsten Berk over de wetenschap achter diverse diëten. “Ik zeg altijd: er is geen heilige graal. Het is niet zo dat één dieet voor iedereen het beste is.”


Berk is postdoconderzoeker bij de afdeling Diëtiek aan het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam en diëtist in het diabetesteam. Zij doet primair onderzoek naar metabolische ziekten. “Dat zijn obesitas, diabetes type 2, het is eigenlijk een breed begrip dat wijst op ziekten waarbij het metabolisme niet goed meer functioneert.” Berk benadrukt dat er in de media veel verschijnt over welke diëten wel of niet zouden werken, maar dat wetenschappelijk onderzoek altijd trager gaat. We moeten dus geen kant en klare antwoorden en oplossingen verwachten.


Eén van de zaken waar Berk onderzoek naar heeft gedaan is ‘intermitterend vasten’. Ze geeft aan dat dit eigenlijk een paraplubegrip is waar allerlei diëten onder vallen. Ze onderscheidt de belangrijkste: “Eén is om de dag vasten, één is het ‘vijf, twee dieet’, vijf dagen wel eten en twee dagen niet. En er is ‘time restricted feeding’”. Deze laatste vorm komt het meeste voor. Men eet een gedeelte van de dag niet, bijvoorbeeld ’s ochtends of vanaf 14 uur ’s middags.


De vraag is natuurlijk: waarom zou je een dag of een deel van de dag vasten? Volgens Berk heeft dit te maken met het energieverbruik van het lichaam. “De onderliggende belangrijke processen bij vasten zijn: wanneer ga je over van verbranding van glucose naar verbranding van vetzuren? Als je dat laatste doet komen er ketonen vrij.” Dat wil evenwel niet zeggen dat we permanent zouden moeten vasten. Periodes van niet eten hebben een functie naast het wel eten. Berk: “Je eetperiodes zijn gericht op groei en voortplanting, nogal belangrijk natuurlijk. En de periodes dat je vast zijn meer gericht op herstel en recycling van cellen. Dat is ook belangrijk.” Als je langer vast, zo vertelt Berk, krijgt je lichaam de tijd om zaken op te ruimen die er niet horen.


Berk is huiverig om algemene uitspraken te doen over wat een goed dieet is. “Ik denk – maar dat moet onderzoek uitwijzen – dat het ook uitmaakt wat voor type je bent”. Dat geldt zowel voor welke vorm van vasten vruchtbaar kunnen zijn, maar ook over of vasten überhaupt een goede vorm van dieet is. Berk: “Ik zeg altijd: er is geen heilige graal. Het is niet zo dat één dieet voor iedereen het beste is.” Uit onderzoek blijkt dat verschillende diëten een gunstig effect hebben op de langere termijn.


Toch kan Berk, in al haar voorzichtigheid, wel een aanbeveling doen. Op korte termijn is minder gewicht voor mensen met obesitas of diabetes type 2 veelal aan te bevelen. Dat kan met vasten, of een kwalitatief betere voeding. “Maar onderzoek richt zich ook op: wat daarna? Hoe kun je mensen begeleiden tot een echte gedragsverandering die ze langdurig kunnen volhouden? Dat is gewoon nog niet zo gemakkelijk. Maar de makkelijkste tip die ik kan geven is: probeer zoveel mogelijk onbewerkt te eten.”


bottom of page